In een interview met Nu.nl stelt Nationale ombudsman Frank van Dooren dat leidinggevenden bij de politie het te snel opnemen voor agenten die worden beschuldigd van buitensporig geweld tegen burgers. De korpsleiding is verwonderd over deze uitspraken.
Van Dooren zegt onder meer: ‘Als werkgever is het een goede reflex om voor je eigen mensen op te komen, maar naar de buitenwereld wek je de indruk dat agenten elkaar dekken.’ Hij begrijpt dat de politie achter haar eigen personeel staat, maar vindt dat je er ook rekening mee moet houden dat agenten soms fouten maken. Volgens de Nationale ombudsman moet bij vermeend politiegeweld worden gepleit voor degelijk onderzoek in plaats van het beschermen van agenten.
Standaardprocedure
De korpsleiding is verwonderd over deze uitlatingen, zegt plaatsvervangend korpschef Ruud Bik: ‘Het beeld dat de ombudsman schetst van het geweldsgebruik door agenten en de cultuur binnen onze organisatie verrast en verbaast mij in hoge mate. Juist omdat de politie het geweldmonopolie heeft, past zij dit heel doordacht toe. Agenten maken altijd melding van geweldssituaties, zelfs als zij uitsluitend dreigen met toepassing van geweld. Daarnaast toetsen wij elke geweldssituatie op rechtmatigheid en proportionaliteit. Indien er twijfels ontstaan, volgt een uitgebreider onderzoek. Ik mag aannemen dat de Nationale ombudsman op de hoogte is van deze standaardprocedure. Wij voeren immers regelmatig overleg met elkaar.’
Evalueren
Verder wijst Ruud Bik erop dat de politieopleidingen zijn gericht op de-escalerend optreden: ‘Dit betekent dat agenten pas geweld toepassen als het echt niet anders kan. Daarbij moeten zij vaak vliegensvlug besluiten of ze geweld gebruiken en welk middel proportioneel is. Zodra er achteraf meer tijd en rust is, evalueren wij de concrete situatie en beoordelen wij de afwegingen. Ook dat behoort tot de standaardprocedure.’
Doorlopend leren
De politie bezint zich volgens Bik intern steeds bewuster op hoe de buitenwereld van burgers en partners op haar reageert: ‘Op wat wij bewerkstelligen in een voortdurend aan verandering onderhevige samenleving. Daarin moet de politie standvastig zijn en tegelijk meebewegen door haar procedures en optreden voortdurend te verbeteren. Ook daarom is de politie toegankelijk voor burgers en werkt zij aan nog meer laagdrempeligheid. Ook daarom nemen wij hun klachten serieus. Dat is in hun belang en dat van onze organisatie. Voor dit doorlopend leren stelt de politie zich open.’
Veilig voelen
Burgers mogen en kunnen ervan uitgaan dat agenten naar voren stappen in dreigende situaties, als de veiligheid en openbare orde dat vereisen, vindt de plaatsvervangend korpschef. ‘Het is onze taak en ons werk om te zorgen dat burgers zich veilig voelen bij, maar ook door het optreden van de politie. Het korps staat daarbij open voor klachten en aangiftes over ons doen en laten.’
Lerende organisatie
‘Wij zijn een bespiegelende en lerende organisatie die haar agenten voortdurend traint op basis van de lessen die wij uit de praktijk trekken. Het korps beschikt over een speciale afdeling die klachten zorgvuldig en objectief onderzoekt en burgers die zich benadeeld voelen nauwgezet informeert over de voortgang en de bevindingen. Ook op dit punt komt het beeld dat de Nationale ombudsman nu schetst niet overeen met onze werkelijkheid’, besluit Ruud Bik.
