De Nederlandse rapper Lil’ Kleine mocht in september 2016 zijn optreden staken nadat er vanuit het publiek bier naar hem was gegooid. Zijn boekingskantoor hoeft geen geld terug te betalen aan de exploitant van een café in Meijel, oordeelt de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant.
De exploitant sloot in mei vorig jaar een overeenkomst met het boekingskantoor uit Heeswijk-Dinther; de rapper zou tijdens de kermis in september een half uur optreden in het café. Tijdens het optreden liep de rapper echter na 3 minuten het podium af nadat er vanuit het publiek bier naar hem werd gegooid. De rapper hervatte zijn optreden niet.
Volgens de exploitant van het café kwam het boekingskantoor daarmee de overeenkomst niet na. De exploitant stelt dat de rapper alleen had kunnen besluiten zijn optreden tijdelijk te staken. Hij mocht het optreden niet definitief staken. De exploitant had de boeking van de rapper vooraf geheel betaald en eiste daarom het volledige bedrag voor de 27 niet gespeelde minuten terug: ruim 3.500 euro.
Het boekingskantoor stelt dat wel degelijk volgens de overeenkomst is gehandeld. De rapper mocht namelijk zijn optreden definitief staken nadat bier naar hem was gegooid. Dit is volgens het boekingskantoor vastgelegd in de zogeheten “rider” die deel uitmaakt van de overeenkomst. De partijen verschillen van mening over hoe de rider moet worden uitgelegd.
Oordeel
Volgens de kantonrechter moet de rider zo worden uitgelegd dat het optreden mag worden beëindigd zodra met drank naar de rapper wordt gegooid, zonder dat de verplichting bestaat het optreden te hervatten. Het boekingskantoor hoeft daarom geen geld terug te betalen aan de exploitant van het café.
