De rechtbank heeft een 31-jarige motorrijder uit Ede vrijgesproken van het veroorzaken van een verkeersongeval. Volgens de rechtbank kan op basis van het dossier onvoldoende worden vastgesteld dat de motorrijder het ongeluk zou hebben veroorzaakt.
Op 7 juni 2016 vond op de Doesburgerdijk in Ede een aanrijding plaats tussen een motorfiets en een snorfiets. Op de snorfiets zaten een 18-jarige en een 17-jarige jongeman. De motorrijder werd ervan verdacht dat hij onvoldoende rechts had gehouden en daardoor een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval had veroorzaakt.
Verklaringen lijnrecht tegenover elkaar
Uit onderzoek komt naar voren dat de motorrijder op het moment van de aanrijding links van het midden van de weg heeft gereden. Daar heeft hij een noodremming ingezet voordat de aanrijding plaatsvond. De man kan zich niet herinneren dat hij naar links heeft gestuurd, maar zegt dat dit niet anders kan, gezien de positie van het remspoor op de weg. Volgens de mannen op de snorfiets reed de bestuurder van de motorfiets op hun weghelft. De motorrijder verklaart dat hij op zijn eigen weghelft heeft gereden en de snorfiets juist op zijn weghelft reed. Hierdoor moest de motorrijder uitwijken om een botsing te vermijden. De verklaringen staan lijnrecht tegenover elkaar. De rechtbank is van oordeel dat de verklaring van de motorrijder niet wordt uitgesloten door de in de verkeersongevallenanalyse van de politie geschetste scenario’s. Andere verklaringen van getuigen van de aanrijding heeft de rechtbank niet.
Twijfels
De rechtbank kan daarom niet – zonder twijfel – vaststellen dat de motorrijder op de verkeerde weghelft heeft gereden voorafgaande de aanrijding. Ook kan niet worden vastgesteld of de man onvoldoende rechts heeft gehouden en daarmee een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft veroorzaakt of door zijn gedrag gevaar of hinder op de weg heeft veroorzaakt
De volledige uitspraak wordt binnenkort gepubliceerd.
