De rechtbank sprak een 39-jarige man uit Arnhem vrij van zware mishandeling in een Arnhems café. Volgens de rechtbank kan niet wettig en overtuigend worden bewezen dat hij een persoon met een barkruk op het hoofd heeft geslagen.
Op 26 juli 2016 werd een persoon in café Molenhoek in Arnhem met een barkruk op het hoofd geslagen. Het slachtoffer werd met de ambulance naar het ziekenhuis gebracht. In het ziekenhuis werden meerdere verwondingen geconstateerd, waaronder een forse wond op het voorhoofd. De politie hield de Arnhemmer aan als verdachte.
Geen wettig en overtuigend bewijs
De man heeft vanaf het begin ontkend te hebben geslagen. In de 112-melding wordt zijn naam genoemd als degene die heeft geslagen, maar de meldster heeft niet zelf gezien. De meldster heeft alleen gehoord dat hij het zou hebben gedaan. Verder zijn er geen getuigen die de man daadwerkelijk hebben zien slaan. Een aanwijzing dat de dader de eigenaar van een coffeeshop zou zijn en in een witte auto zou rijden, wijst niet bij uitsluiting naar de man. Alles bij elkaar nemend kan niet wettig en overtuigend worden bewezen dat de man het tenlastegelegde heeft gepleegd. Daarom wordt hij hiervan vrijgesproken. De vordering van de benadeelde partij wordt om die reden niet-ontvankelijk verklaard.
